Beste Lezer,

Tussen de vele grijze luchten in was het plots, gisteren, opeens zonnig. Ik trok mijn wandelschoenen aan om door de stad te struinen. Hoe ogenschijnlijk saai mijn wandelingen ook zijn, straat in straat uit, hoe boeiender ik ze begin te vinden.

De ene keer valt mijn oog op een oranje-gele roos die een winterse bloei kent, dan weer ontdek ik een pas geverfd knalblauw huis op een onverwachte plek. Op een volgende wandeling ligt kinderspeelgoed, of boeken, gratis aangeboden, in een voortuin. De kerstverlichting siert hier en daar nog huizen. Ook mensen maken de wandeling interessant: de oude man die zijn hond vergeefs intoomt, de stoepkrijtende kinderen, de jongen in zijn looprek die elke dag wat verder komt, de jogster met telkens datzelfde deuntje in haar oor.

IMG_0089.JPG

Gisteren zat een dame, op de zitting van haar rollator, wat winterzon te vangen aan haar deur. “Ik heb concurrentie van die boom daar”, zei ze, “zijn takken proberen mijn zon af te pakken.” Ze had een plaid rond de benen geslagen en zat rustig een koffie te drinken.

“Ge hebt het goed voor mekaar”, zei ik waarop zij antwoordde: “Ge  moet er zelf iets van maken, want niemand doet het in je plaats. Met al het gezaag en geklaag komen we niet verder.”

Haar handschoen viel op de grond, ik raapte hem op en intussen gaf ze ongezouten haar mening over de mensheid. “Ik kan het niet meer aanhoren, altijd dat zelfbeklag! De ene keer over vaccins die niet snel genoeg gegeven worden, de andere keer dat ze niet snel genoeg geleverd worden, dan weer ergernis over niet op reis kunnen.

En indien er iets misloopt is de eerste vraag: ‘Wie heeft schuld?’. Eigenlijk zou men mensen beter leren inzien dat je het leven niet altijd naar je hand kunt zetten, en dat iets onverwachts altijd op de loer kan liggen. De kinderen leren dit nu helaas al doende. Wij volwassenen lijken soms zelf verwende kinderen die stampvoetend roepen dat we hier! en nu! en onmiddellijk! onze snoep willen, of anders gezegd: dat het moet lopen zoals wij dat wensen.¨ De dame was van respectabele leeftijd maar had het vuur van een militante. Ik probeerde haar betoog te onderbreken: “Het is blijkbaar uw missie om mensen iets duidelijk te maken, mevrouw”. “Welja”, zei ze, “dat hebt ge goed gezien. Indien de media het niet doen verhef ik mijn oude stem om mensen te doen inzien dat het in het leven niet altijd loopt zoals ge dat zou willen. De nieuwslezers met hun arrogante vragen zouden dat beter ook doen! Er zou pas echt iets nieuws verteld worden wanneer getoond wordt hoe mensen samen aan hetzelfde zeel trekken, ipv tegen elkaar uit te spelen. Alsof politici en virologen ons voor hun plezier vertellen dat het nu verboden is een reisje te maken.”

Ze nam een slok koffie en zei: “Ziezo, ik heb weer eens mijn hart gelucht, zo kan het wel weer verder”. Ze wuifde goedmoedig daaag met haar handschoen en ik vervolgde mijn allesbehalve saaie wandeling.

Er zijn blijkbaar nog zogenaamde ‘niemanden’ die hun stem willen  verheffen, bedacht ik nog.

 

Mvg

Frauke J.

 

Comment