Beste lezer,

 Wellicht ben ik slecht geplaatst om u daarover te schrijven, maar toch: ik blijf me verbazen over het kleine denkraam van onze beleidsmensen. ‘Zoveel mogelijk mensen aan het werk krijgen’ is het devies, en tegelijk is het ziekte- verzuim groter dan ooit.

Sommige dertigplussers zijn al uitgeblust nog voor ze goed en wel begonnen zijn. Wat is er aan de hand met onze manier van werken, vraag ik me af.

Ik hou het wat in het oog en het lijkt me allemaal veel voor de werkende mens. Soms sta ik al vroeg in de morgen aan mijn deur om een frisse neus te halen en om de straat te zien leeglopen. Het begint vanaf 7 uur: er haast zich al wat volk naar de trein. De piek is rond 8u en om 9u gaan de laatsten de deur uit. Rond 16u loopt de straat weer vol, eerst de schoolkinderen en niet te vergeten de grootouders met kleinkinderen, dan volgen de ouders. De piek zit tussen 17u en 18u, maar het blijft nog even duren, dat heen en weer gaan. Ik vraag me af hoe mensen het klaarspelen om 7 à 8 uur te werken, kinderen ’s ochtends naar de crèche of school te brengen en ’s avonds naar één of andere vrijetijdsactiviteit. Zelf nog vrienden te zien, me-time te hebben, de k’s (keuken, kuis en kinderen) in ere te houden (van die andere k(erk) spreken we al niet meer). Er is meestal ook een relatie die aandacht vraagt en niet te vergeten: het online zijn.

Hoe krijgen ze het voor mekaar, denk ik dan. Soms kan ik aan de voorbijdravende gezichten zien dat ze het niet voor mekaar krijgen. Ze rennen en hollen tot ze plots opgebrand zijn en noodgedwongen stilstaan.

‘Iedereen aan het werk’: dat is mooi gezegd, maar zou ‘We organiseren werk en leven zodanig dat iedereen aan het werk blijft’ niet beter zijn?

Of nog: ‘Haast je langzaam’

Mvg,

Frauke J.

Comment