Brief aan Rainer Maria Rilke (3)                                      Leuven, zaterdag 27 januari 2018

 

Dierbare Rainer Maria R.,

 

‘Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.

Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,

wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben

und wird in den Alleen hin und her

unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.’

(R.M.R)

Een passage uit een ontroerend gedicht van u. Liefst willen we ons veilig geborgen weten en dit voor altijd en eeuwig.  Het is pas in confrontatie met de heftigheid van het grote afscheid dat we ons pijnlijk bewust worden van onze eigen nietigheid. We ontkomen er niet aan deze veilige plek ooit in te ruilen voor dat grote onbekende. Wanneer we dit beseffen slaat de koude ons om het hart. Het is hier dat het ontheemde gevoel, noem het Heimatlosigkeit of Sehnsucht, de kop opsteekt en dat we ons verlaten weten.

Het is de kunst om in die spanning, tussen zichzelf bevrijden en openbaren en het weet hebben van de begrenzing van het leven, te kunnen leven. Dit weten zet de dichter er toe aan om te dichten. ‘Irgendwo auf der Welt…wohnen zu dürfen und dichten können’.(R.M.R)

Dit weten zet elke mens ertoe aan zijn talenten ten volle te benutten, ze te gebruiken als een veilig huis waarin hij, in afwachting, zich geheel geborgen weet.

U zeer nabij,

c.s.

 

Comment