Comment

Frauke Jemand 83: Fraukecoronabrieven: Samenleven in de herfst

Beste Lezer,

Vanmorgen liep ik langs het park en ik werd getroffen door de verkleurende bladeren aan boom en struik. Gelukkig, dacht ik, lezer, is er dit mooie kleurenspel, dat er ons aan herinnert dat het volop herfst is.

Ik zag een oude boom, zijn stam, de zwammen die er tegenaan schurkten en een klimplant die langs zijn stam slingerde.

IMG_4944.jpg

Het stilleven straalde een soort samenhorigheid en natuurlijke schoonheid uit. 

Het deed me denken aan ons mensen, de verschillende generaties, die genoodzaakt zijn niet alleen met elkaar samen te leven maar ook met elkaar rekening te houden. Ik wilde eraan toevoegen: in deze heftige tijden. Maar onmiddellijk overdacht ik dat grootouders, ouders, (klein)kinderen en andere mensen ten alle tijde in een natuurlijke harmonie zouden kunnen leven. Het wordt in deze heftige tijden misschien extra duidelijk. Hoe kunnen we dat klaren, vroeg ik me af. Elke generatie heeft zijn eigen besognes. En daar heb je het al: ‘elk zijn eigen besognes’, dat klinkt als eilandjes waarop iedereen zijn ding doet.

Misschien, lezer, keren we beter terug naar het beeld met de zwam en de klimop langs de boom. Elk heeft zijn taak, zijn functie: de zwam voedt zich aan de boom, hij kan hout vermolmen maar is ook geneeskrachtig, de klimplant kan wurgen maar ook groeien, de boom staat er sinds jaar en dag als een titaan: buigzaam en toch sterk. En meer nog, lezer: wie ernaar kijkt wordt geïnspireerd door hun harmonie.

 

Mvg,

Frauke J.

Comment

Comment

Frauke Jemand 82: Fraukecoronabrieven: Besmet of niet besmet?

Beste Lezer,


Nog altijd in goede gezondheid? Dat hoop ik ten diepste.

IMG_4845.JPG

Intussen bevinden we ons opnieuw in woelig water, een tweede coronagolf neemt ons in snelheid. Opnieuw minderen in plaats van meerderen inzake sociale contacten. We worden daar niet echt blij van, maar meer dan ooit hoor ik de gelaten uitspraak: ‘het is wat het is’.

Ik durf de hoeveelheid aan slechtnieuwsberichten in de krant wel eens diagonaal lezen, maar in de weekendeditie van eind september was er toch een bescheiden artikel, in de zijlijn haast, dat mijn aandacht trok.

‘Opnieuw preventieve tests in rusthuizen’.

Nu had ik er mij al over opgewonden dat voetballers en fietsploegen wel om de haverklap een test krijgen en zorgpersoneel, dat met zoveel mensen in contact komt, tijdelijk niet meer. Intussen las ik de geruststellende boodschap dat er weer meer tests voor zorgpersoneel van rusthuizen beschikbaar zijn, al was het criterium om te testen plots 100 besmettingen per 100.000 inwoners, waar dat oorspronkelijk 50 was. Terloops bijna werd in het bescheiden artikel ook nog gemeld dat een vakbond zich zorgen maakte om een verontrustende evolutie. ‘Een aantal werkgevers vraagt aan personeelsleden die positief hebben getest, maar geen symptomen vertonen, om te blijven werken.’ Er werd nog aan toegevoegd dat Sciensano benadrukt dat dat alleen in geval van hoge nood kan, bijvoorbeeld bij zwaar personeelstekort.

Wel, beste lezer, mijn haren rezen te berge. Het is intussen meer dan duidelijk dat bejaardentehuizen al langer dan vandaag kampen met personeelstekort. Het is ook bekend dat de pandemie zich daar razendsnel kan verspreiden. Wordt het de keuze tussen pest of cholera? Dus weinig verzorging wegens te weinig personeel, of verzorging met risico’s?

Ik dacht dat de boodschap luidde: blijf thuis wanneer je verkouden of ziek bent, en niet: blijf werken wanneer je besmet bent maar geen symptomen hebt.

Ik dacht, lezer, dat dit thema meteen breed uitgesmeerd zou worden in het weekendnieuws, maar - niets daarvan.

Wat niet weet niet deert, wellicht.

De komende weken zie ik met lede ogen aan.

Mvg

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 81: Fraukecoronabrieven: Regels en de kleur rood

Beste Lezer,

Blijkbaar heb je ook niet veel inspiratie over wat, gezien de opgaande coronacijfers, een verbindend project zou kunnen zijn. Maar laten we nu eens al die statistieken los, en kijken naar de realiteit. Het begint veelal bij een feestje, of een groep mensen die dicht bijeen waren, vervolgens verspreiden ze vrolijk en onwetend de opgelopen infectie in hun omgeving.

De nieuwste regels van de veiligheidsraad lijken op een versoepeling, een gemiste kans zeggen sommigen, anderen dat ze het niet meer weten, en de goegemeente, die lacht ermee.

Er wordt gepleit voor meer klaarheid, duidelijkheid en duiding, anders blijft het mis lopen.

Frauke Corona-26.JPG

Indien je het mij vraagt (maar niemand vraagt mij iets) is het eigenlijk poepsimpel:

hou minstens 1,5 meter afstand (maar sommige mensen kunnen niet goed schatten);

was je handen regelmatig (maar veel mensen vergeten dit);

draag een mondkapje in winkels en in publieke plaatsen (ook al staat het niet stoer);

hou je dichte contacten zeer beperkt en ontmoet de rest buiten of op afstand (maar sommige mensen kunnen het niet laten).

Duidelijker kan het niet zijn, het is enkel een kwestie van je deze regels eigen te maken.

De veiligheidsraad zit in de knoei met de  kleurencode, Europa doet het dan maar in onze plaats: we kleuren rood.

Misschien is het verbindend project net om er naar te streven dat België niet rood, geel of zwart kleurt, maar groen.

Dan wordt de slogan voor de eerstkomende weken:

Straks het licht op groen, dat gaan we doen

Mvg,

Comment

Comment

Fraukebrief 80: Fraukecoronabrieven: Een pleidooi voor meer verbinden

Beste Lezer,

Er wordt gezegd dat een project, dat ons verbindt, nodig is om de coronamaatregelen blijvend vol te houden. Anderen spreken dan weer van een beloning, maar dit lijkt me verkleuteren.

Een verbindend project: waarom niet?. De vraag is natuurlijk wat dit zou kunnen zijn, wanneer je liefst zo weinig mogelijk nauwe contacten mag hebben, anderhalve meter afstand dient te houden en grote groepssamenkomsten niet aan te raden zijn.

Tijdens de lockdown was het al goed begonnen: zelfs in de stad werd een goede morgen geknikt, ’s avonds klonk er applaus en zelfs muziek in de straten. Er was een ‘in het zelfde schuitje’ gevoel dat op zich is zeer verbindend. Kinderen en volwassenen gaven elkaar uitdagingen (the challenge).

Muzikanten deelden hun muziek online, er ontstond een nieuw soort vrijwilligerswerk zoals boodschappen doen voor mekaar. Filmpjes van al dan niet gelukte broden of taarten werden gedeeld. In onze gezamenlijke angst voor het onzichtbare beest ontstond een ouderwetse rustbiedende gezelligheid.

Alles veranderde toen iedereen de rekensom begon te maken van wat werd gemist en wat dit zou kosten, zowel aan geld als aan inspanningen. Iedereen begon letterlijk en figuurlijk voor eigen winkel te spreken, de vrolijke deuntjes veranderden al vlug in weeklachten. En dat was spek voor de bek van de media: elke dag een onheilsbericht over wat we al dan niet verondersteld werden te missen.

En wat toen het licht nog niet gezien had waren de werkelijke gevolgen voor al wie in een moeilijke situatie zit: financieel, psychisch of qua behuizing.

OostduinkerkeJuli2020-51.JPG

Aangezien we nog behoorlijk wat tijd moeten doormaken met onze onzichtbare vijand vraag ik me af, lezer, hoe we het tij kunnen keren. Met andere woorden: hoe maken we van de nood een deugd? Misschien ligt de uitdaging toch in de eerder schuchter op gang gekomen solidariteit.

Solidariteit in familie en buurt is best haalbaar: iemand een goeie morgen of middag wensen kost niets, een praatje op afstand lukt ook wel, maar wat met het grotere project? Zorgen dat we met zijn allen, klein en groot, oud en jong, arm en rijk, veilig de overkant bereiken - hoe doen we dat?

Wordt het een slogan: ‘samen in dezelfde schuit, recht door zee’. Of ‘Hop naar zero besmettingen per dag’? Of ‘Van baby tot oma: wij doen mee’? ‘Geef me je hand dan bereiken we samen de overkant’

Of is het beter een vraag te stellen: ‘Wie helpt ons samenleven met een onzichtbare vijand? …

Ik tuur naar de blauwgrijze luchtaan de horizon,beste lezer, en verzin zomaar wat, voorlopig kom ik niet veel verder. Al zou ik dat best willen, maar alleen is maar alleen.

Heb jij een idee? Indien wel, dan mag je het mij gerust laten weten, dan wordt het misschien: ‘Samen sterk’.

 

 Mvg,

 

Frauke Jemand

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 79: Fraukecoronabrieven: Iedereen zijn zeg

Beste Lezer,

 

Soms vraag ik me af of ik je nog wel lastig mag vallen met mijn gedacht over het nieuws van de dag. Wanneer ik echter al die opinies over corona zie verschijnen - de open brieven, figuren die met hun visie op de maatregelen in het nieuws willen komen - dan denk ik: waarom zou ik je mijn mening onthouden? Waarom zou een nobele onbekende, een niemand die ook iemand is, niet ook een mening mogen ventileren? Het lijkt wel alsof vandaag iedereen expert is. Ik wil best geloven dat er een veelheid aan experten bestaat, maar in deze pandemie en de ontwikkelingen die zich voordoen hecht ik toch meer geloof aan de visie van virologen dan van pakweg economen. Wanneer eender wie met losse flodders begint te schieten en uitspraken doet zoals: ‘is het wel nodig dat we elke dag de cijfers horen?’ ‘Zijn mondmaskers wel nodig?’ zijn we ver van huis.

Andere experten kunnen beter de gevolgen van de pandemie op hun domein benoemen, zoals het geestelijk leed, de economische gevolgen: dan bemoeien ze zich met hun eigen zaken. Een groentenverkoper vertelt de boer toch ook niet hoe hij de ziekte in zijn aardappelen moet bestrijden. Hoogstens kan hij de boer vertellen dat zijn verkoop van aardappelen gekelderd is door de ziekte. Het is een kwestie van ‘schoenmaker blijf bij je leest’.

Bovendien kun je je de vraag stellen of alle onderlinge meningsverschillen in de pers moeten komen; zijn de tijden niet al verwarrend genoeg?

 

Mvg,

 Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 78: Fraukecoronabrieven : Het jonge geweld opnieuw naar school.

Beste Lezer,

 

Ik heb je al eerder geschreven over ‘kwetsbare mensen’ en ook over moedige mensen. Wie ik tot nu toe bijna vergat zijn de kinderen en de jongeren. En zijn net zij niet bij uitstek kwetsbaar en moedig? Kwetsbaar omdat ze nog aan het begin van hun leven staan, er staat nog zoveel te gebeuren, goede en kwade dingen.

Kunstwerk te zien in Labiomista Koen Van Mechelen

Kunstwerk te zien in Labiomista Koen Van Mechelen

Ze groeien op in een ingewikkelde wereld met behoorlijk veel problemen. En toch zoeken zij zich moedig een eigen weg in deze complexe doolhof. Ze hebben hun eigen dromen.

Toen het tijdens de lockdown zo stil was in mijn straat miste ik het jonge geweld dat anders mijn deur al joelend en schreeuwend voorbij rent.

Zeer binnenkort openen de scholen, en ik hoop dat dit speels lawaai dan opnieuw de straat vult, en vooral ook dat het zo lang mogelijk mag blijven duren. De ouders en onderwijzers zijn blij, de kinderen zijn blij, vooral om eindelijk hun vrienden terug te zien. En dat vind ik toch het moedige aan kinderen: dat ze het al die tijd allemaal over zich heen hebben laten komen, online leren, thuis blijven, weinig buiten spelen... geen of weinig vrienden zien.

Zelden heb ik kinderen in de lockdown horen klagen of zagen, of werd er gewoonweg niet naar hen geluisterd?

Wat hebben alle jongeren gedaan deze vakantie, nu zoveel festivals waren afgeschaft? Behalve hier en daar een schermutseling, behalve hier en daar een fout feestje hielden ook de jongeren stand.

Of zijn kinderen en jongeren meer flexibel, hebben ze een speciaal talent om zich aan te passen aan de onvoorspelbaarheid van de wereld?

Blij ben ik, dat ze opnieuw hun vertrouwde schoolbank mogen opzoeken, zij het wat meer uiteen en hier en daar met mondkapje. Van harte wens ik hen toe dat ze het dit schooljaar mogen houden bij code geel en niet alle kleuren van de regenboog zien.

Met vlag en wimpel zal ik hen op dinsdag 1 september de straat uitzwaaien en tegelijk zal ik in stilte ook denken: ‘ah, lopen ze dan straks toch weer allemaal in de pas of mogen ze wat lockdownuitdagingen behouden?’’.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 77: Fraukecoronabrieven: Moedige mensen

Beste Lezer,

In de kranten wordt regelmatig aan BV’s gevraagd voor wie ze bewondering hebben. Aangezien ik geen bekende Vlaming ben stel ik mezelf de vraag wie ik bewonder. Ik moet daar niet lang over nadenken, want er zijn wel wat moedigen naar wie ik opkijk. Mijn grootste bewondering gaat toch uit naar ‘de virologen’.

Avond na avond, en dat nu al maandenlang, draven ze op in allerlei nieuwsuitzendingen; ik denk bij mezelf: ‘jullie doen het toch maar’. Met engelengeduld leggen zij opnieuw en opnieuw het belang uit van afstand houden, en dat handen wassen zo belangijk is.Telkens weer proberen ze mensen te motiveren om zich aan de bubbel te houden. Met verve verdedigen zij alle niet zo populaire maatregelen: mondmaskers, bubbels, winkel- en vakantiebeperkingen.

Ze ondergaan deemoedig betweterige opmerkingen zoals ‘is het niet te vroeg?’, ‘was dit niet te laat?’, ‘had u dit niet kunnen weten?’, ‘de mensen si, de mensen la’…

Want er is wel altijd iemand die een andere mening heeft, een onderzoek dat iets anders vertelt of zelfs een verongelijkte collega die zijn gelijk in de media wil halen. Ze aanhoren, in alle rust en kalmte, het geklaag, het gezaag van de ontevreden burger die niet mag feesten, te weinig mag reizen, enz… Iedere keer opnieuw zetten ze aan tot redelijkheid en proberen ze het gezond verstand te doen zegevieren boven alle emotie. Om eerlijk te zijn: ik maak me wel een beetje zorgen om deze experten die avond na avond een lans breken voor de coronamaatregelen. Straks hebben zij een burnout (of hoe dat ook heet).

Dikwijls vraag ik me echter af: waar zijn de politici in dit verhaal? Hebben ze belangrijker zaken aan hun hoofd? Waar zijn de leiders van het land die hun experten luidop steunen? Zijn ze bang stemmen te verliezen? Heb ik het mis dat zij vooral optreden in de goed nieuwsshow, nl. het versoepelen van maatregelen? Dan nog schuilen ze onder de paraplu van alweer de virologen, voor het geval dat er iets mis gaat. Raadt u al, lezer, wie het zal gedaan hebben indien dit gebeurt? 

Juist: “Want het mocht van de virologen”

 

Mvg

Frauke J.

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 76: Fraukebrieven in coronatijd: Kwetsbare mensen

Beste Lezer,

 

Zonder het te beseffen leren we eigenlijk best veel bij in deze bijzondere tijden. We leren bij over onze gezondheid, over het effect van een virus op de mensheid. We leren grafieken verstaan, omgaan met cijfers.

Door dit virus kennen we intussen een amalgaan aan nieuwe woorden: bubbel, cluster, mondkapje, de anderhalve meter, lockdown, staycation… en ga zo maar door.

Het moeilijkste woord vind ik toch wel ‘kwetsbare mensen’: het is geen nieuw begrip maar het is ingewikkelder geworden. Daarom wil ik er even bij stilstaan.

Wie is vandaag ‘een kwetsbare mens’?

Vroeger was dat duidelijk: mensen die geen dak boven hun hoofd hadden, geen geld (maar schulden) om voldoende eten of kleding te kopen. Maar vandaag zijn er een heleboel categorieën ‘kwetsbare mensen’ bijgekomen. Het was verschieten voor alle 65-plussers dat ook zij plots bij de kwetsbare ouderen horen. Vorig jaar vonden zij voor zichzelf nog het vitale woord ‘Jagger’ uit, en nu dit.

Al wie in een instelling verblijft en ouder is dan twaalf, is tegenwoordig ‘een kwetsbare mens’, en al wie door corona zijn job kwijt is, de zaak moet sluiten, geen culturele evenementen meer kan organiseren eigenlijk ook.

Wanneer je er wat dieper over nadenkt zijn we eigenlijk allemaal kwetsbare mensen want we zijn allemaal, meer dan ooit, sterfelijk. Jamaar, zie ik je nu tegenstribbelen, lezer: de ene mens is toch zoveel kwetsbaarder dan de andere, en dan hebben we het over in het ziekenhuis belanden. En ja, daar heb je een punt. Maar wie net een zaak is begonnen en zware schulden heeft, is toch ook erg kwetsbaar. Of de afgestudeerde die nu een job moet zoeken. Of wie omwille van allerlei redenen op dit ogenblik moeilijk zijn weg in het leven vindt en nu met kleine en grote bubbels nog meer getroffen wordt: die is toch ook erg kwetsbaar?

Kortom, er zijn vele vlaggen die de lading dekken - je zou er het noorden bij verliezen!

Misschien benoemen we beter de problematiek van mensen dan ze allemaal onder één paraplu te schuiven. Wat denk jij, lezer?

 

Mvg,

 

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 75: Fraukebrieven in coronatijd: De tweede golf

Beste Lezer,

Dacht jij ook dat we opnieuw in betere tijden zouden terechtkomen? Een kwestie van wat ademruimte vooraleer het spel, in het najaar, opnieuw op de wagen zit. Vakantie vieren, al dan niet in Nieverans, het beest blijft ons in zijn greep houden. We hebben nog maar net een eerste golf achter de rug en daar komt al een tweede aangespoeld - en voor we het weten is het vloed. Maar dat wil niemand.

De regels worden weer wat strakker en de bubbels kleiner.

IMG_4740.JPG

Hoe slagen we erin op het droge te blijven? Is het kwestie van ver van de vloedlijn te blijven? Is het beter in het zand te staan? Of rechtsomkeer te maken en te zorgen dat we verdrinken noch verzanden? Het is een moeilijk zoeken naar evenwicht tussen gezelligheid in zomertijd of je terugtrekken in je kluis.

Met de verkleinde bubbel op het droge in Nieverans: dat lijkt me wel wat.

 

Mvg,

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 74: Fraukebrieven in coronatijd: Welles-nietes op vakantie?

Beste Lezer,

 Waar ik op vakantie ga vraagt u zich misschien af. Wel, het is klaar en duidelijk: ik ga naar ‘Nieverans’. Dat zeiden we destijds wanneer je gewoon thuisbleef. En meestal voegden we er aan toe: ‘Het kan daar ook schoon zijn’. Reken maar!

Vandaag worden halve nieuwsuitzendingen besteed aan waarheen gereisd mag worden. Liefst wordt er nog wat drama rond gemaakt zoals : ‘Ja kijker, we snakken allemaal naar vakantie…’ En dan komt het: eerst  kunnen we niet snel genoeg weg zijn vervolgens de vraag: gaan we wel terug geraken en hoe? Veel vragen om duidelijkheid en om zekerheid. ‘Mogen we naar buiten, en naar welk buiten?’. Het lijkt of het gezond verstand ook met vakantie is.

Om eerlijk te zijn: het vakantiegedoe werkt me danig op de zenuwen.

Het nieuws van de dag is de kustdrukte en de gekleurde regio’s in het buitenland alsof er geen oorlogen meer zijn, geen vluchtelingen…. Maar vooral erger ik me aan het feit dat mensen, journalisten, nog altijd niet door hebben dat we met iets ongekends, iets ongezien te maken hebben. Dat het je niet vooruit helpt om te willen dat alles zo snel mogelijk weer is zoals voorheen. Je kunt de nieuwe situatie niet afdwingen, niet naar je hand zetten, hoezeer je dat ook, om allerlei redenen, zou willen.

Bedenk even het volgende, lezer: je hebt net te horen gekregen dat je een levensbedreigende kanker hebt. Het nieuws is zo groot dat je het eigenlijk niet kunt bevatten. Bovendien zegt de dokter : ‘We kunnen dit nog proberen of dat, maar we zijn niet zeker of het werkt’. Je eerste reactie is er wellicht één van onbegrip: ‘Waarom ik?’ en ‘Ik heb zoveel plannen’. Je tweede reactie: ‘Ik zoek een weg om zo gauw mogelijk terug mijn normale leven te leiden’. De derde reactie: ‘Ik zoek koortsachtig naar een tovermiddel om te genezen’. Tenslotte dringt stilaan de waarheid tot je door: dat er iets ernstigs aan de hand is, en dat je het in de ogen moet durven kijken. Plots is de geplande wandeling in de bergen van ondergeschikt belang, je plannen schuiven op de lange baan. Je kop in het zand steken hou je niet langer vol, want je gezondheid en welzijn en dat van je familie gaan voor. Je volgt gedwee het advies van de dokters om zo lang mogelijk het goede leven te behouden, ook al kost dat je behoorlijk wat moeite.

In dit voorbeeld gaat het over de gezondheid van één persoon, in het geval van de pandemie gaat het over de gezondheid van de gehele mensheid.

Hoeveel doden nog vooraleer het doordringt dat de wereldgezondheid op het spel staat. Ook hier is het een kwestie van offers brengen. Het is in het belang van ons allemaal dat deze pandemie zo snel mogelijk wordt bedwongen. Dat is goed voor ons levensbehoud, goed voor ons welbevinden, op langere termijn goed voor de wereldeconomie en voor de natuur. Alle kleine en grote pleziertjes zijn daar voorlopig ondergeschikt aan. Misschien mag een nieuwsuitzending zo eens beginnen.

‘Nieverans’ is trouwens de ideale plek om daar, bij een goed glas wijn, over na te denken.

 

Mvg (van aan mijn voordeur)

 

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 73: Fraukebrieven in coronatijd: Mondkapje verplicht.

Beste Lezer,

 Laat ik u nog één keer lastigvallen met het fameuze mondkapje.

We dragen het nu allemaal in winkels, musea en concertzalen. Vorige week nog liet een verkoopster mij weten dat het in haar winkel absoluut niet nodig was om dit kleinood te dragen. Zelf had ze er ook geen aan. Ze liet me duidelijk weten dat ze het allemaal maar niks vond en iets voor bange hazen.

Vandaag liep ik voorbij haar winkel en jawel hoor: sinds het mondkapje verplicht is draagt ook zij het, net als iedereen.

Alhoewel - we wonen in Belgenland en soms denk ik dat wij de uitvinders zijn van ‘regels en wetten zijn er om te omzeilen’.

Zo was er iemand die vertelde: ‘Ik heb mijn mondkapje altijd bij, zodat ik geen boete krijg, maar in de trein laat ik het wat zakken zodat ik kan ademen. Het is rap opgezet wanneer de treinconducteur langskomt’. En laatst bij de dokter zaten twee jonge dames met elkaar te praten, het mondkapje als een bandana op het hoofd.

Toch is het voor veel mensen wellicht een opluchting: nu het een verplichting is kunnen ze niet meer aanzien worden als bange hazen. Zelfs de meest stoer doende presidenten begeven zich schoorvoetend in mondkappenland.

 

Mvg,

 

Frauke J.

Comment

Comment

Fraukebrief 72: Fraukebrieven in coronatijd: Met of zonder?

Beste Lezer,

Het mondkapje laat u blijkbaar niet onberoerd, en inderdaad: de meningen zijn verdeeld over de benaming ervan. Maar zoals gezegd hou ik het bij ‘mondkapje’.

De meningen zijn ook verdeeld over het al dan niet dragen ervan. Voor sommigen is het te warm, anderen kunnen niet goed ademen, bij nog anderen irriteert de stof, en ga zo maar door. Anderen voelen zich dan weer van hun vrijheid beroofd. Het zagen en klagen is nu eenmaal eigen aan nieuwe situaties en coronatijd.

Aan de bushalte is het de gewoonste zaak van de wereld en ook in het station is dat zo, omdat het verplicht is. Net als bij de kapper, de dokter. Het liefst zien de virologen ons dit kleinood dragen op drukke plaatsen en graag verplichten ze het in winkels.

Zijn de leiders van ons land bang om het ook daar te verplichten en kiezen ze voor vrijheid blijheid van de consument? Of rekenen ze op ‘het gezond verstand’ van de burger?

Gisteren deed ik enkele boodschappen in de stad en het moet gezegd dat het maar matig gesteld is met dat gezond verstand. Er staan pijlen die de looprichting op het voetpad aanwijzen, maar evenveel mensen lopen tegen de richting in. Ik stond te wachten in een nauw gangetje bij de ingang van een winkel. Twee dames probeerden me voorbij te steken, ze hadden niet gelezen dat slechts één persoon het kleine winkeltje binnen mag. Het liefst hadden ze me een duwtje gegeven om opzij te gaan. Met verbazing keken ze naar mijn mondkapje alsof ik van een andere planeet kwam. In een andere winkel droeg zelfs het personeel geen mondkapje en handgel was er niet te vinden.

Ook op markten, parken en pleinen waar veel mensen samenkomen is de neus-mondbedekking maar matig. Er zijn de regels - en er is de praktijk.

Soms vraag ik me af of we in zekere zin kinderen blijven die hun schools gedrag nog niet kwijt zijn: ‘indien we het niet moeten kennen voor het examen’ dan studeren we het niet. Ook met de mondkapjes is het zo: zolang het niet ‘moet’ van experten of politici doen we het niet.

Foto Roger De Becker

Foto Roger De Becker

Al zijn er uitzonderingen, sommige mensen maken van de nood een deugd en zien het mondkapje als onderdeel van hun actie(zie foto), het kan ook zo.

Mvg,

Frauke J.

PS: Vluchtelingenwerkvlaanderen.be

 

Comment

Comment

Fraukebrief 71: Fraukebrieven in coronatijd: mondmasker of mondkapje?

Beste Lezer,

Het is verplicht op het openbaar vervoer, in sommige steden dragen ze het consequent, in andere nemen ze het niet zo nauw. Bepaalde winkels dringen er op aan en voor anderen is de klant koning,  oftewel: ze laten het aan het gezond verstand over.

Sommige mensen dragen het plichtsgetrouw, anderen vinden het flauw.

Je ziet ze in kleur, in ziekenhuiswit, er zijn er met een glimlach op getekend, een doodskopje in geprint. Er zijn er ernstige en grappige, frivole en hier en daar een designontwerp.

Ze waren avond na avond nieuws: de ene keer waren ze niet nuttig, er was een tekort, ze werden niet geleverd, we zouden er één krijgen…en ga zo maar door.

Beste lezer, je weet intussen wel waar ik het over heb: inderdaad, ‘de mondmaskers’.

Dat het ondingen zijn: dat weten we.

Dat je enkel nog de ogen ziet: dat weten we.

Dat het lastig is verstaanbaar te blijven: dat weten we.

Dat wie het van zijn glimlach moet hebben eraan is voor de moeite: dat weten we.

Dat je het gevoel hebt in een sciencefictionfilm te spelen als je rondom je kijkt: dat weten we.

Maar boven alles gaat het om onze veiligheid. En wanneer het over veiligheid gaat zie je rare kronkels bij mensen. Zo is dat ook met  fietshelmen bijvoorbeeld.

Volgens sommigen is veiligheid iets voor watjes, volgens anderen gaat veiligheid boven alles.

In de krant lees ik af en toe een rubriek waarin een Nederlandse schrijver het steevast over ‘het mondkapje’ heeft. Soms hoor ik ook mondlapje, mondvod,…

Persoonlijk gaat mijn voorkeur naar mondkapje. ‘Mondmasker’: het klopt wel, maar een kapje op je mond is iets meer subtiel. In het straatbeeld zie je ook beide nl. het subtiele fancy kapje dat neus en mond bedekt of de grote lap witte stof.

Kapje of masker, ze doen beiden hetzelfde: jezelf en de andere beschermen tegen die virale druppeltjes. Maar indien ik dan toch mag kiezen doe mij dan maar ‘het mondkapje’.

Mvg,

Frauke J.

 

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 70: Fraukebrieven in coronatijd: Huidhonger

IMG_4608.JPG

Beste Lezer,

De laatste tijd worden we met veel nieuwe woorden om de oren geslagen: balkonades, raambezoek, lockdownfeestje, social distancing, e-piritieven. Maar één woord springt er voor mij tussenuit: huidhonger. Vrij vertaald is dat honger hebben naar huid.

Ik weet niet hoe u er tegenaan kijkt, maar ‘huidhonger’ klinkt voor mij nogal bruut. Het doet me denken aan hoe dat gaat bij gewone honger: dat je met je gezicht tegen het raam van een patisserie staat en en met begerige blik naar alle lekkere koeken staart, klaar om aan te vallen als het even kan. Of ik zie het als in een film: een uitgehongerd straatjochie loopt langs een marktkraam en gapt een sappige perzik om er vervolgens een stevige hap uit te nemen.

Bij huidhonger gaat het echter om mensen, en dan lijkt een hap hier of daar een nogal vampierachtige manier van doen.

Ik begrijp dat ook jij en ik, lezer, in deze tijden van zo weinig mogelijk contacten en social distancing, behoefte hebben aan mensen aan een knuffel, een streling, een stevige omhelzing maar dat, tenminste wat mezelf betreft, omvat net iets meer dan het vel van de ander willen.

Bovendien klinkt het woord huidhonger onpersoonlijk, alsof je een hap uit eender wie wil nemen.

Net vandaag, nu ik het met jou over dat lelijke woord wil hebben, lees ik in de krant een artikel van een psychologe die mijn mening deelt over het woord. Bovendien suggereert ze dat je zelfs op verre afstand mekaar mentaal kunt aanraken. Zij vertelt hoe de pen van een geliefde haar over landsgrenzen en verre afstanden mentaal heeft aangeraakt.

Het is het proberen waard, wie weet komt de aandacht voor de hoofse poëzie terug. Of beschrijven we in een lyrische brief ons verlangen naar de andere.

 

Mvg,

Frauke Jemand

 

Comment

Comment

Fraukebrief 69: Fraukebrieven in coronatijd: Moeilijke vergelijking: “het is zoals in de oorlog”

Beste Lezer,

Volg je ook de reeks ‘Kinderen van de holocaust’: over mensen die de oorlog zelf als joods kind hebben meegemaakt of er in hun familie mee geconfronteerd zijn?

Deze volwassenen, toen nog kinderen, vertellen niet zonder pijn welke vreselijkheden zij en/of hun ouders hebben meegemaakt in de kampen. Hoe ze zonder pardon vernederingen hebben gezien of meegemaakt, dat ze hun ouders of één van beiden nooit meer hebben teruggezien. Het is ronduit schokkend dat het gemis nooit meer verdwijnt en ze het dus heel hun leven meedragen. Ik heb er moeite mee wanneer mensen de huidige coronacrisis vergelijken met een oorlogssituatie. Je kunt dit niet vergelijken.

Uiteraard is deze crisis een ongewone situatie en voor sommige mensen in penibele situaties zwaar om dragen. Uiteraard is het voor zwaar zieken en hulpverlenend personeel bijzonder hard. We kunnen er niet om heen dat deze crisis gevolgen zal hebben op vele domeinen van ons leven.

Maar wat mij zo heeft aangegrepen in ‘Kinderen van de holocaust’, is dat deze mensen zo sereen, weliswaar met veel pijn en verdriet, vertellen over de vijf jaar die hun hele leven voor goed veranderden. Ze drukten een onuitwisbare stempel op hun hele leven. Nu, in deze crisistijd, wordt er veel gesproken over wat we allemaal moeten missen, en dat we ons leven niet kunnen opnemen zoals voorheen. We beklagen ons of er wordt voor ons geklaagd in talloze programma’s.

Maar deze joodse oorlogskinderen spreken over een ander soort missen, voor mij voelt het aan als een ‘diep gemis, een ontbering’. Het gemis van geliefden die in de kampen zijn achtergebleven, het gemis van een onbezorgde jeugd die integendeel vol gruwel was. Het gemis van veilige geborgenheid, hun leven lang, die de verdwenen ouders hen niet meer konden bieden.

Een gemis waar zij nu al hun hele leven mee moeten leven. Ja lezer, ik vraag me af wat een dergelijk diep gemis van je eigen ouders, je broer of zus, tante of nonkel doet met een mens.

Naast het verlies en het gemis van de geliefden is er nog het trauma van de gruwelijkheden, de vernederingen, de honger dat hen is aangedaan.

Ik hoop dat wij in volgende uitzendingen van deze mensen vernemen hoe zij verder zijn kunnen gaan met hun leven, ondanks het zware lot dat zij hebben moeten ondergaan.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 68: Fraukebrieven in coronatijd: Pandemie in de krant

Beste Lezer,

Lees je ook meer de krant in deze rare tijden? Soms doe ik wat aan struisvogelpolitiek en begin ik met het cultuurkatern of de opinieartikelen. Een kwestie van eerst het goede nieuws en dan het andere. Helaas verschijnen intussen meer en meer opiniestukken over de pandemie en – heb je het al gemerkt? - er worden twee soorten meningen geventileerd.

Let er eens op: in de eerste periode van de pandemie was er verbazing, duiding, zelfs informatie, er was een kritische blik maar ook een zekere mildheid voor wie noodgedwongen zijn nek moest uitsteken bij deze onverwachte gebeurtenis.

Want zeg nu zelf: wij allemaal vielen om van verbazing, wij allemaal hadden gedacht dat het zo’n vaart niet zou lopen. Wij allemaal hadden niet verwacht dat we zulk een hoge dodentol zouden betalen.

Nu er minder opnames en ook minder doden zijn, al is dat nog altijd niet weinig en is de crisis niet over, zijn er meer en meer bekende Vlamingen en politici, al dan niet experten, die menen hun duit in het zakje te moeten doen. Meer en meer gaat het nu over wat had moeten gebeuren, wat men niet zou moeten doen, kortom: over alles wat fout liep, loopt of zou kunnen lopen.

Behalve voor de dienst- en hulpverleners lees ik zelden een schouderklop of een aanmoediging voor wie al de hele tijd pogingen doet om alles op de rails te houden in deze totaal nieuwe situatie. Ooit leerde ik ‘de beste stuurlui staan aan wal’ en dat blijkt nog altijd zo te zijn.

En geloof me: er is altijd iemand de kop van jut, is het niet minister x dan is het minister z of expert si of la. Er treft altijd iemand schuld.

Stilaan beginnen ook politici van de oppositie hun mondje te roeren; eens de teugels iets losser worden gelaten (maar eigenlijk daarvoor ook al) zijn er politici die hun kans schoon zien om hun voordeel te doen door iemand een mes in de rug te steken of dwars te liggen(zitten).

Mijn gezond verstand vertelt mij dat je in rampsituaties aan hetzelfde koord zou moeten trekken, iets als: ’Met zijn allen vooruit!’. In sommige buurlanden zie je precies dat gebeuren.

Hier blijft het, ondanks alles, over Vlaanderen, Wallonië en Brussel gaan en dat in een landje van een voorschoot groot. Kunnen we nog even bij de les blijven aub en met zijn allen deze pandemie bestrijden? Achteraf is er, hopelijk, tijd genoeg om na te gaan welke lering we hieruit kunnen trekken.

Mvg,

Frauke J.

                                                

 

Comment

Comment

Fraukebrief 67: Fraukebrieven in coronatijd: De onverwachte pandemie

Beste Lezer,

Net nu je dacht dat je zo ongeveer alles wat er te beleven valt hebt meegemaakt: je kende voor- en tegenspoed, je hebt ervaring met ziekte en gezondheid, de dood is al lang geen onbekende meer in je leven. Je weet wat een economische crisis is, hoe het voelt om met weinig te moeten rondkomen en plots weer genoeg geld in het bakje te krijgen. Al doende heb je veel mensenkennis opgedaan, je weet wat vriendschap en liefde in al hun vormen zijn, inclusief bijbehorende passie en verdriet. Stilaan is dat leven een open boek voor je geworden.

En plots verschijnt uit het niets iets totaal onbekends: een pandemie.

Van het leven en zijn verrassingen gesproken: het is dan toch geen cliché.

Herken je dat gevoel, jij vooral, oudere lezer?

Van de ene dag op de andere komen we terecht in een andere cultuur. Er wordt gesproken van ‘het nieuwe normaal’: geen handen meer schudden, afstand houden, elkaar niet meer vastpakken en ons gezicht half bedekken met een mondkapje. We kunnen niet zomaar gaan en staan waar we willen, want ‘een onzichtbaar spook waart door de stad’. Eerst droeg het de naam corona en intussen is het covid19 geworden.

Wanneer je ouder bent is dat verbazing, schrikken, angst en vooral aanpassen. En al komt het uit de lucht vallen als een totaal andere ervaring: in stilte weet je al lang dat het leven soms minder leuke dingen in petto heeft, dus ook daar zal je mee leren leven.

Voor de jongere lezers, zij die pas ten volle beginnen met leven, moet de schok nog groter zijn. De veilige zekerheid dat het leven een sprookje is, of dat je het naar je hand kunt zetten, valt weg.

Veel mensen, ook nieuwslezers, hebben het daar moeilijk mee. Ze zijn nog aan het leren dat het leven onverwachte wendingen heeft. De tot vervelens toe gestelde vragen zijn: wanneer is het gedaan? Wanneer mogen we naar buiten? Hoe lang gaat het nog duren?

Veel mensen hebben nog niet door dat een dergelijke pandemie ons overstijgt, dat het over iets veel groters gaat. Iets wat de gehele mensheid aangaat. En dat voorlopig niemand weet wanneer het gedaan gaat zijn. Er is geen glazen bol.

Dat is best zwaar om dragen, sommige mensen worden er boos of kattig van. Zoals die nieuwslezer die pruilt dat ze liever een professioneel mondkapje wil dan een stoffen. Ze vergeet even alles wat eerder over moeilijk te verkrijgen professionele mondkapjes werd verteld: dat ze broodnodig zijn voor zorgverleners en over de gehele wereld moeilijk te krijgen zijn.

Wat onzekerheid met een mens doet het is allemaal goed te begrijpen en toch is het in onzekere tijden van belang om met zijn allen het hoofd koel te houden en ons te verenigen i.p.v. te verdelen.

 Mvg

Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 66: Fraukebrieven in coronatijd: Waar rijden we naartoe? Waar is er een halte? Waar het eindpunt?

Beste Lezer,

Enkele dagen geleden nog schreef ik je over die lastige vragen waarmee journalisten experten en politiekers pijnigen. Hoeveel vragen ook – er zijn niet altijd antwoorden. En we zijn het niet meer gewoon om geen antwoord te krijgen. Want anders zoeken we het zelf toch snel even op internet op?  Juist of niet, doorgaans vinden we daar een antwoord. Helaas is deze reis er één vol onzekerheden.

Hoe lang nog in ons kot?

Wie en wat mag waar en wanneer opstarten?

Wanneer een vaccin?

Wie gaat het vlugst dood van dit virus?

Hoe graag willen we, liefst exacte, antwoorden op alle vragen!

Het is verwarrend, want met zoveel onbekende factoren is het ook voor experten soms koffiedik kijken. Met andere woorden: de halte is nog niet in zicht laat staan een eindpunt. De ellende blijft nog een tijd duren, neem ik aan.

Ja: we weten dat leeftijd een risico is, onderliggende ziektes en overgewicht ook.

Maar er is ook veel nog niet geweten en onzekerheid maakt onrustig. Plotsklaps zijn er onder de zwaar zieken ook jongere en gezonde mensen. En zo zitten we allemaal in dezelfde schuit. Al zijn er hier en daar reizigers die willen ontsnappen zij het voor een bbq of een feestje. De vrijheidsbeperking weegt zwaar en uitzichtloosheid maakt voor velen deze reis zwaar.

IMG_4537.JPG

Onzekerheid en ongeduld is lastig in een, ooit, maakbare samenleving.

Hopen maar lezer dat experten en politici niet te vlug bezwijken onder al deze druk en te snel de touwtjes lossen. Hopen maar dat wij allemaal nog even vol houden en op het juiste spoor blijven. Anders kunnen hulpverleners en ziekenhuizen alsnog het spoor bijster geraken. Het blijft een reis met hier en daar een halte en hopelijk uiteindelijk een eindpunt.

Mvg,

Frauke J.

 

Comment