Viewing entries in
mobiliteit

Comment

Frauke Jemandbrief 149: Wat we zelf doen doen we beter: de NMBS

Beste Lezer,

 

In februari zijn de NMBS-tickets duurder geworden, en binnenkort ondergaan de seniorentickets hetzelfde lot. Geen nieuws, zou je kunnen zeggen, aangezien alles duurder wordt. En toch: je zou verwachten ‘duurder en dus beter’, maar het is algemeen geweten dat de NMBS slecht scoort inzake dienstverlening: stiptheid blijft een heikel punt en te veel treinen worden afgeschaft. Waar gaat dat extra geld dan naartoe, vraag ik me af. Alvast niet naar personeel, aangezien we worden verondersteld alles zelf te doen. De voorbije jaren gingen al heel wat loketten dicht en onlangs kwam het nieuws dat er in 54 van de 91 stations, waar nog loketten zijn, wijzigingen komen: minder uren open, of loketten gesloten in het weekend.

Foto H.Baert

Er wordt geopperd dat meer en meer tickets digitaal gekocht worden. Wanneer je dringend je trein moet halen en er is nog slechts één van de vijf loketten open, dan is het besluit rap genomen om niet meer aan te schuiven. Trouwens, de NMBS zet al jaren stewards aan de automaten of vraagt aan haar klanten waarom ze nog naar het loket komen. M.a.w. de spoorwegen sturen hun klanten al jaren in de richting van ‘wat je zelf doet doe je beter’.

Toch wordt net de menselijke dienstverlening een heikel punt.

Foto: H.Baert

De NMBS laat niet alleen die mensen in de kou staan die niet over een smartphone beschikken of er de vaardigheden voor hebben: er ontbreekt wel meer menselijke service. Aan wie kun je nog een vraag stellen, al was het maar: “Waar is hier een lift aub?”, “ik heb mijn jas op de trein laten liggen met mijn portefeuille erin, wie kan mij helpen?”, “Er valt mij iemand lastig in het station”, ”Ik wil graag informatie ivm reizen door Europa”. Meer nog, binnenkort kom je na 20u geen personeel meer tegen. Hoe moet dit dan met de veiligheid? Want hoe minder sociale controle hoe onveiliger: je hoeft echt geen expert te zijn om dit te voorspellen. Of wordt dat nog een extra klusje voor de politie?

En wat gebeurt er met al dat personeel dat niet meer aan de loketten zit? Geen bagage meer in bewaring neemt, geen informatie meer geeft en binnenkort steward af is?

Wedden dat de volgende conclusie is: we moeten geen stations meer openhouden aangezien de klanten hier niet meer komen. Van een zelf vervullende voorspelling gesproken.

Er blijft nog altijd de vraag waar het meergeld van de tickets naar toe gaat. Naar nog meer digitalisering? Servicerobots misschien?

Het moet gezegd: samen met de banken scoort ons openbaar vervoer bijzonder goed op automatisering: je kunt tegenwoordig zowat alles online en er is voor alles een app. Is je trein afgeschaft dan raadpleeg  je de app om na te gaan hoe je van plaats x naar y geraakt. Tickets bestel je online en er is de bijzondere realtime app waar je op de minuut ziet hoeveel vertraging je trein heeft, hoe of waar hij is opgehouden en of hij er al dan niet nog doorkomt. Je kunt zien of er stakingen zijn, waar er spoorlopers zijn….

Kortom: de digitale trainworld staat op punt. Of je met dit alles een station verder geraakt is nog maar de vraag.

Met nostalgie denk ik aan de tijd dat je een kop koffie op de trein te koop was of, minder lang geleden, dat je in het ene station meldde dat je je jas had laten liggen en dat je bij aankomst die jas kon afhalen bij de verloren voorwerpen, en dan spreken we nog niet van de niet-ingeblikte omroepstem, die met medeleven aankondigde dat je trein wat later zou zijn.

 

Mvg

Frauke J.

 

 

Comment

Comment

Fraukebrief 147: ‘De mobiliteit van morgen start vandaag’

Foto: Herman Baert

Beste Lezer,

Neen, deze veelbelovende slogan heb ik niet zelf uitgevonden: ik vond hem op een groene flyer die tussen de nieuwjaarswensen in mijn postbus zat. Het is een handige folder met nieuwe instructies om je weg te vinden in het openbaar busvervoer, dat belooft duurzaam, betrouwbaar en flexibeler te worden. Zeer benieuwd sloeg ik de folder open, want ook het openbaar vervoer ‘beweegt mee naar minder CO2’ en daarom wil men zijn voertuigen zo efficiënt en duurzaam mogelijk inzetten. Klinkt goed, dacht ik, lezer, maar intussen ben ik ook wel wat argwanend geworden wanneer royaal met goed bekkende woorden over klimaat en openbaar vervoer gestrooid wordt. Zoals je uit vorige brieven weet kwam ik reeds meermaals van een kale reis, al dan niet, thuis.

Uit de folder heb ik begrepen dat er meer bussen en trams op ‘drukke lijnen’ rijden en dat daar waar weinig mensen opstappen haltes en zelfs lijnen worden afgeschaft. Goed nieuws dus voor wie bus of tram op een ‘drukke lijn’ neemt en minder goed tot slecht nieuws voor wie de pech heeft te wonen waar minder mensen dat doen.

Of om het eenvoudig te zeggen: meer = meer en minder =minder of misschien niet meer. Kun je nog volgen, lezer?

Maar even verder lees ik dat men er ook voor die mensen iets op gevonden heeft: de flexbus.’ Flexbus’, ik had nog nooit van het woord gehoord dus dacht ik het even op het alwetende internet op te zoeken. Maar ook in de taal zijn er blijkbaar omleidingen: ik word verwezen naar flixbus (goedkope bussen die binnen Europa rijden), naar het woord flex dat straattaal is voor: mooi, niet onaardig. Even verder vond ik ook flex als afgeleide van flexi of m.a.w. op maat.

En inderdaad: de klare taal wordt voor ‘de weinige reizigers’ iets mistiger. Men spreekt van ‘je route plannen’ en dan is er, alweer, een nieuwe, of is het een bestaande, website met bijbehorende app die je wegwijs dient te maken in de (on)gemakken van het flexreizen. Ik zag het allemaal met argusogen aan en dacht: laat ik maar niet te kritisch zijn bij het begin van een jaar, en het een kans geven, al heb ik als ervaringsdeskundige in het openbaar vervoer al één en ander meegemaakt.Van punt A naar B reizen is soms al een behoorlijk avontuur, dus hoe meer knooppunten hoe ingewikkelder en hoe meer kans op onontwarbare knopen.

Ik kon me zo voorstellen dat wie in een klein, afgelegen dorp woont en op vrijdag met de bus naar de markt wil behoorlijk wat hindernissen moet nemen: er is een computer nodig, je moet er mee kunnen werken en jawel, er is ook een telefoonlijn, dus dan maar de bus telefonisch bestellen en meteen ook de terugreis, neem ik aan. Tenminste: indien je dan al weet wanneer je terugkomt. Of stel, je hebt een afspraak in het ziekenhuis en in het beste geval is flex op tijd, maar in het ziekenhuis besluiten ze maar meteen enkele onderzoekjes te doen - daar gaat je terugrit. Is flexbus ook flexibel voor de onverwachte omstandigheden in het leven van de reiziger? Ik lees er niks over in de folder.

Die avond waren mijn duistere vermoedens en vragen nog niet weg of in het nieuws zag ik teleurgestelde tot verbolgen reizigers die niet meer op hun werk geraken, schoolkinderen die opnieuw met de auto naar school dienen te worden gebracht. Ik las in kranten over meer dan 3000 afgeschafte bushaltes, en dat de nieuwe regelingen tot gedwongen dorpsarrest zullen leiden. Het afschaffen van bussen helpt inderdaad om minder Co2 uit te stoten, dat staat buiten kijf. Maar niet iedereen kan zich kilometers ver en door weer en wind met de fiets verplaatsen.

Je kan al raden, beste lezer, wie opnieuw het onderspit moet delven.

 Mvg,

 Frauke J.

 

Comment

Frauke brief 17: ‘Te voet kom je overal’

Comment

Frauke brief 17: ‘Te voet kom je overal’

Waar is het voetpad gebleven?

 

Beste lezer,

 

Ik weet niet hoe het met uw lichamelijke conditie gesteld is, maar de mijne kan af en toe een extra duwtje in de rug gebruiken. Daarom ga ik veel te voet.

Aangezien ik in een verkeersluwe (zo noemt men dat tegenwoordig) straat woon - niet ver van het station, dicht bij het centrum van de stad - is te voet gaan een goede oplossing voor mij. Zo haal ik de nodige stappen per dag.

Wij voetgangers zijn zwakke weggebruikers en zijn dan ook blij wanneer we op een goed aangelegd voetpad kunnen lopen. In een straat zoals de mijne, een verkeersluwe dus, is het verschil tussen de stroken voor fietsers, voetgangers en automobilisten niet zo duidelijk.

Nu de fietser meer en meer in het straatbeeld is verschenen, en er allerlei andere vehikels op wielen te zien zijn, weten we niet goed meer wie waar moet rijden of stappen. Zo gebeurt het al eens dat, wanneer ik de deur uitkom, er een fietser voorbij flitst, of een skater langs mijn voordeur raast. Onlangs maakte ik mee dat een fietser mij bijna aanreed; hij remde fors en riep ‘Ik rij hier wel hé’ en waarop ik verbaasd ‘Maar waar moet ik dan lopen? Het is hier wel voor mijn deur zeg!’ en hij ‘Dat is uw probleem! De straat is van iedereen’. Dit om maar te zeggen dat er ook  iets mis is met de pikorde. Voorheen waren fietsers en voetgangers solidair ‘de zwakke weggebruikers’. Sinds er veel fietsers en mensen in/op andere vehikels zijn is dat niet meer zo.

Op verkeersluwe plaatsen gaat men ervan uit dat iedereen zijn gezond verstand zal gebruiken: daarom zijn er vaak ook geen zebrapaden meer. En werkelijk: dat werkt wel, maar er zijn altijd haantjes en hennetjes die met haast en spoed de trage weggebruiker van de weg willen maaien. Of autobestuurders die nog altijd niet door hebben dat ze geen koning(in) meer zijn in het verkeer. 

Daarom pleit ik ervoor om de voetganger blijvend een stoep, een voetpad of eigen duidelijke strook te geven. En dat het duidelijk is voor iedereen dat deze strook enkel en uitsluitend voor de voetganger is bestemd. Ik pleit voor duidelijke oversteekplaatsen voor voetgangers.

Met andere woorden ik ben een pleitbezorger voor de ‘zwakke weggebruiker’ die de voetganger is.

Mvg.

Frauke J.

Comment