Frauke_Fiets-47.jpg

Frauke brief 2

 

Beste lezer,

 

Onlangs stapte ik opnieuw op de fiets, dat het was lang geleden…

Er flitsten liedjes door mijn hoofd: ‘Fietsen op de heide….jij en ik alleen..’ en  ‘Hé kleine meid op je kinderfiets..’ . Ze deden me denken aan vroeger, aan mijn kindertijd.

 Vroeger, beste lezer,  fietste ik veel.

We fietsten met het hele gezin, want we hadden geen auto. Mijn eerste  fietsdagtocht herinner ik mij als één lange valpartij: ik schampte af op een stoeprand, viel over een uit stekende boomwortel en ik reed mijn eigen zus omver. Fietsbehendigheid was niet echt mijn talent: ik heb het letterlijk met vallen en opstaan geleerd. In die dagen werd niet zoveel gereisd: hoogstens twee keer per maand gingen we op uitstap met de fiets, te voet of met de bus. Verder gebruikten we de fiets om boodschappen te doen, familie te bezoeken.

Later fietsten wij, jonge meisjes, langs het kanaal naar school.

We fietsten traagzaam langs het water, haalden de vrachtboten in. We leerden het leven van de schippers op de vaart kennen. Jongens reden in ons kielzog. Fietsen begon leuk te worden.

Nog later fietste ik naar mijn werk, ik had dan wel een auto maar geen rijbewijs.

Rijden van en naar het werk was een verpozing. Er waaide rust door mijn hoofd.

Fietsen was verlangzamen, gaf mij een gevoel van vrijheid, misschien te vergelijken met hoe een zeiler zich op zee voelt. Je verstand op nul waardoor juist dan een nieuwe wind waait.

Vandaag heeft fietsen een ander élan gekregen, maar daarover meer in een volgende brief.

 Mvg,

 Frauke J.

 

 

Comment