Beste Lezer,

 De laatste jaren is er veel te doen over ‘veiligheid’. Je leest erover in kranten, je hoort erover op straat, tijdens verkiezingscampagnes etc… zodat je vanzelf gaat denken dat er iets aan de hand is met veiligheid.

Ik heb mezelf de vraag gesteld wanneer ik me onveilig voel en waar ik dan echt bang voor ben. In mijn vorige brieven kon u lezen dat ik me, met de fiets en te voet, onveilig voel in een verkeer dat zijn regels en afspraken nog niet aangepast heeft aan het toenemend aantal fietsen en andere vehikels.

Maar onlangs bekroop mij een ander gevoel van onveiligheid dat veel groter was: bij het bekijken van een documentaire over Japan. Ik zag een man staan temidden van iets wat leek op een maanlandschap. Rond zijn huis lag een afgetekende grote ruit waarin hier en daar een paaslelie en een armzalige grasspriet de kop op staken. De oude man vertelde hoe, na de ontploffing in de kerncentrale van Fukusjima, iedereen uit het dorp vertrokken was behalve hij en zijn stokoude buurvrouw. Ze hadden zelfs geen postnummer meer en dus ook geen post.

Het verhaal werd erg aandoenlijk toen de man vertelde dat hij daar bleef wonen omdat de grond van zijn ouders en voorvaderen was. Zij en ook hij hadden van deze groenten- en bloementuin hun levenswerk gemaakt .‘Dit levenswerk is nu vernietigd’ bracht hij nog uit,’ op enkele bloemen na’. De documentaire eindigde met het beeld van een man alleen middenin een woestenij en een buurvrouw met drie armzalige paaslelies in de hand.

Die nacht lag ik te woelen in bed, kon ik de slaap niet vatten. Wat is er echt mis met onze vier kerncentrales die niet meer werken, vroeg ik me af en wat als hier een ramp gebeurt? Vermoedelijk zal een tube jodiumpillen dan niet volstaan.

 Mvg,

Frauke J.

Comment