‘Ik ga wandelen in het bos. Omgeven door houten beelden voel ik me thuis. De oorsprong is van hout. Daar komt de dorst vandaan’ M.Lundquist

 

Meneer de Tuinman,

 Misschien hebt u geen hoge pet op van poëzie en brieven schrijven. Vindt u dit woordenkramerij? Uw tuin lijkt de tuin van een man van weinig woorden, iemand die de handen uit de mouwen steekt. Toch durf ik u te schrijven. Al briefschrijvend kom ik wat praten met u tussen de planten, groenten en bloemenweelde. Jawel: ik zal het kort houden. Waarom ik u zo nodig schrijven wil, vraagt u zich af?

Op mijn weg naar huis valt mijn oog op uw tuin. Altijd opnieuw overvalt mij de schoonheid ervan. Uw tuin lijkt een oase, een plaats waar men graag wil verblijven en rondkijken, een rustpunt middenin de drukte. Het is een groene long geperst tussen een kruispunt van asfalt en woonblokken. Ook al ben ik onkundig in het kweken van bloemen en groenten, de schoonheid en het nuttige ervan ontgaan mij niet. Ik zie u soms bezig met schoffel en hark; u hoort zo volkomen thuis op die plek alsof u daar altijd al bent geweest. Het vanzelfsprekende van uw bezig zijn is wat mij daarin treft. Geen vlucht, geen illusies scheppen, geen loze woorden, geen droom - en toch lijkt het of u een droom creëert.

Ook al raak ik schoffel noch hark aan, ben ik de eeuwige toeschouwer, toch voel ik me ondergedompeld in uw wereld. Ik voel mij deel van uw stilte, voel mij deel van het tafereel, het schilderij dat zich voor mijn oog ontrolt.

Mijn twee linkerhanden kunnen niet praten met uw vaardige vingers, samen onkruid wieden zou eenvoudiger zijn. Mijn pen is voor mij wat tuingereedschap is voor u nl. de broodnodige materie om te kunnen leven. Uw tuin geeft uitdrukking aan wie u bent en hoe u op uw eigenste plaats uw steentje bijdraagt in het leven.

Ik hoop dat uw werkzame handen en mijn woorden mekaar vinden in deze tuin, dat ik de rozenblaadjes die straks van hun bloem vallen net als bij de dichter Saadi kan opvangen en ze kan verschrijven tot rozenpapier. Ik hoop  dat onze verschillende bezigheden ons toelaten mekaar te mogen ontmoeten.

 Tot zeer binnenkort,

 C.S.

Comment