Brief 2 Virginia Woolf                                    Leuven, juni 2018

 

Virginia,

 

Een rustig landhuis, verstilling in de natuur en uw onrustige ziel: waren dit de ingrediënten die u de moed en de kracht gaven om te blijven schrijven?

U hebt stuk voor stuk intrigerende romans geschreven. Neen, het is niet de verhaalsterkte die mij bijblijft. Doorheen uw romans wandelen bijzonder scherpzinnige personages, die in ogenschijnlijke kalmte maar met een pijnlijke nauwgezetheid de wereld gadeslaan.

Het heeft met het afkrabben van de opperlaag te maken.

Vele van uw personages lopen door stad of dorp in hun dagdagelijkse doen, ze wandelen, ze trekken naar de vuurtoren, ze verzorgen hun tuin, ze plukken een boeket... Tegelijk kijken we, met hun ogen, mee naar die omgeving. We lezen hun onderliggende gedachten en mijmeringen, we voelen de emoties die dit bij hen oproept, voor onze ogen ontrollen zich de lijnen die verschillende mensen, in het verhaal, met elkaar verbinden.

Onder je romanfiguren is er altijd wel iemand op zoek naar ‘het’, koortsachtig krabbend aan de verf, de vernislaag van de omgeving, de klasse, de samenleving. Het is de werkelijkheid achter de werkelijkheid, het kijken van om de hoek. Dat subtiele is het wat de lezer raakt.

U schrijft met ‘het derde oog’, bent een ziener die het innerlijke van haar romanfiguren nauwkeurig uitdiept. Op deze manier raakt u aan het wezenlijke van wat mensen drijft in hun leven.

Dat uw werk in deze tijd een hernieuwde opleving kent kan ik alleen maar toejuichen.

 

Genegen groeten,

 

Chantal Sap

Comment