Viewing entries in
Frauke brieven

Comment

Fraukebrief 36: De postbode: op zoek naar eenzame ouderen

Beste lezer, 

 Misschien was je op vakantie en heb je niet gelezen dat postbodes in een bepaalde stad onderzochten hoe eenzaam de oudere medemens is. Hebt je het gemist? Zal ik je bijpraten? Het was de bedoeling dat de postbode mensen boven de vijfenzeventig een bezoekje bracht, dat hij vragen stelde - of zij zich eenzaam voelen, genoeg steun krijgen van familie of anderen – en keek of het huis wel proper was.

Wat gooit de post nu weer binnen, dacht ik: eerst melden dat brieven straks nog maar twee keer per week worden rondgedragen. Vervolgens dat postbodes bij ouderen moesten controleren of ze in het buitenland verbleven, met mogelijke gevolgen voor hun pensioen. In het nieuwste bericht zijn de postbodes getransformeerd tot sociale dienstverleners op huisbezoek bij ouderen. Is dat een charmeoffensief om wat krom is recht te trekken?

20170921-DSC_0362.JPG

Ik heb een ander voorstel: laat in elke buurt enkele mensen regelmatig aan hun deur staan of te voet boodschappen doen. Een praatje maken met voorbijgangers, jong en oud, leert je veel over mensen en hoe ze zich voelen. Vroeg in de morgen zie je wie zich naar school of werk haast. Deze passanten laat je beter met rust: ze zijn met hun hoofd al half bij wat hen te doen staat. Later in de voormiddag passeren de habitués. Elke dag zie je het gekrompen vrouwtje dat zich voortduwt met een rollator, een uur later keert ze terug met haar mandje boodschappen. Mijn deur is de plaats om even een praatje te slaan en wat te bekomen. Er is de jonge man die om de zoveel tijd een rondje door de straten van de buurt loopt, altijd dezelfde route. Er is de man met zijn scooter volgeladen met plastic flessen: wat doet hij ermee en brengt dit hem een cent op? Er is de vrouw die mij vertelt over haar slapeloze nachten, de man die het over zijn zieke vrouw heeft, een ander loopt doelloos door de straten.

Je ziet het aan mensen wanneer ze niet goed in hun vel zitten, pijn hebben of zich alleen voelen. Het is geen exclusief recht van ouderen ook werklozen, chronisch zieken en allen die lijden: ze zijn het verborgen gezicht van de stad.

Wat mij betreft mogen de postbodes helpen om eenzaamheid zichtbaar te maken, zolang ze ook elke dag brieven blijven brengen. Wat mij betreft mag het jachtige leven best wat vertragen zodat iedereen, naast zijn eigen bezige dingetjes, nog wat tijd over heeft om de zichtbare onzichtbaren te zien, om de vinger aan de pols te houden in wijk, stad en dorp.

 Mvg

 Frauke J.

 

Comment

Comment

Fraukebrief 23: Is kiezen verliezen?(3)

‘De aanplakborden’

Beste Lezer,

Iedere mens heeft wel een favoriete bezigheid. In verkiezingstijd is dat voor mij: aanplakborden bekijken. Aanplakborden horen bij verkiezingen als boter bij de vis, als hamer bij aambeeld…

Frauke_Verkiezing-24.jpg

Ik hou van die grote grove lege borden die plompverloren in straten en wijken staan. Eerst zijn ze bruin en leeg met hier en daar nog een rest affiches van vorige verkiezingen. Even later zijn ze beplakt met netjes gegroepeerde kleurenvlakken, kleur bij kleur elk in zijn vak. Het zijn kleuren die passen bij een bepaalde partij: blauw naast blauw, rood naast rood, groen bij groen, oranje boven oranje enz…. Nu ziet dat er allemaal netjes uit, maar het is ooit anders geweest. Ik herinner me nog hoe plakploegen ’s nachts op pad gingen en op de uitkijk stonden om de affiches van de ene partij meteen te overplakken met eigen affiches. Na enkele weken stond zo een bord bol van de laagjes opeengeplakte glimlachende gezichten. Maar nu zijn de regels de regels.

Ik hou ook van de veelbelovende gezichten op de affiches, ze kijken me vriendelijk aan. Voor even mag je in de weken voor de verkiezingen in het sprookje geloven. Belastingvermindering hier, werkduurverkorting daar, gratis zorg voor (bijna) iedereen, pensioenen omhoog, onderwijs vol van gelijke kansen,…

Het is leuk om even mee te dromen. En toch verschijnen na een tijd hier en daar schoonheidsvlekken op de borden. Je hebt het wellicht ook al gezien: bijgetekende snorren en brillen, scheldwoorden al dan niet in graffiti. Er zijn zelfs mensen die het nodig vinden om onverbloemd hun mening bij een politicus te schrijven.

Netjes is het niet maar het geeft wel wat extra jus aan een kiescampagne.

Wat jij, lezer?

Ga jij straks ook op verkiezingsbordenwandeling door jouw stad of dorp?

 Mvg,

 Fr. Jemand



 

Comment

Comment

Fraukebrief 21: Is kiezen verliezen?

Beste Lezer,
 
‘De… is begonnen’ hoorde ik enkele maanden geleden een nieuwslezer zeggen. Ik had maar met een half oor geluisterd, was nog in de keuken bezig, en dacht dat er een oorlog was uitgebroken. Op de achtergrond klonken woorden die op oorlogstaal leken: het ging over ‘barricades opwerpen’ , ‘de juiste wapens gebruiken’, ‘onze tegenstander’ enz…Het duurde dus even vooraleer ik doorhad dat de journalist het over de opstart van de kiescampagne had.

Frauke_Verkiezing-3.jpg

Sinds die dag ben ik alert voor verkiezingstaal. Hoe ik dat merk, en of ik misschien bij één of andere partij ben aangesloten, vraagt u zich wellicht af. Maar nee, niets van dit alles. Wanneer je goede voelhorens hebt, dan zie je en hoor je dat er iets op til is. 
Om te beginnen wordt de toon van onze politici bitsiger. Ze spreken over ‘sommige politici die er een puinhoop van hebben gemaakt’ of over ‘slecht beleid door bepaalde partijen’. Maar bij ‘sommige’ en ‘bepaalde’ hebben ze wel degelijk iemand of een partij in gedachten.

De politici spreken ook meer gehaast. Tijdens rondetafelgesprekken zitten ze meteen in de verdediging, ook al valt er op dat ogenblik niets te verdedigen.

Naast dat steekspel is er nog iets bijzonders: de thema’s waarover ze spreken. Neem nu ‘het klimaat’: dat staat hoog op de lijst van te bespreken thema’s. De kunst is om zeer geloofwaardig over te komen en dat doe je bij voorkeur door het klimaatvoorstel van een ander af te keuren.

Zo zijn er nog enkele belangrijke thema’s, zoals de vluchtelingenproblematiek en criminaliteit (drugs en veiligheid in het bijzonder). Zelden wordt gesproken over de inhoud van het thema bv. wat hebben wij te doen als burgers? Hoe kunnen we hiermee omgaan? Neen: ze spreken in termen van goed en kwaad, zwart of wit. Wat heeft de voorganger fout gedaan en wat doe ik beter? Ja, ook daar is het motto ‘wat we zelf doen doen we beter’.

Maar wat als wij straks voor ‘de goei’ kiezen en zij de volgende dag een verbond sluiten met ‘de slechten’? Ik vraag mij altijd af hoe ondanks al het gekibbel en zelfs geruzie die partijen de brokken lijmen en, meer nog: meteen ook opnieuw vriendjes kunnen worden. Wanneer ik zie hoe moeilijk het al is om samen met buren een feest te organiseren, dan ben ik er verbaasd over hoe al die kibbelende partijen meteen kunnen samenwerken, zelfs samen een gewest, een land besturen.
Ik heb altijd gedacht dat je goed moet overeenkomen om te kunnen samenwerken.  

Wat dacht jij, lezer?


Mvg,
 
Frauke J.
 

Comment

Comment

Frauke J. Brief 15: Kerst-en nieuwjaarsbrief

Moeilijke woorden: vredevol

 Beste Lezer,

Het liefst van al wens ik u in deze tijd een vredevolle Kerst en Nieuw jaar.

FraukeVaria-2.jpg

Maar ‘vredevol’ is opnieuw zo’n moeilijk woord, altijd al geweest, trouwens. We zijn er al eeuwen, met vallen en opstaan, mee bezig. Het voorbije jaar stond bol van de activiteiten die met het herdenken van de vrede in 1918 te maken hadden. Honderd jaar geleden, maar niet vergeten. We hechten aan vrede, we doen er alles aan om die vrede te gedenken, en dat het goed is voor het West toerisme is mooi meegenomen. Misschien is vrede gedenken iets gemakkelijker dan vrede bewaren.

En toch…

In het najaar zaten hier tijdens een middag drie meisjes op een bank, hun boterhammen op te eten. Ik stond aan mijn deur en hoorde hen bezig. Eerst waren ze wat gek aan het doen, er vielen grappen over leraars en zo, tot plots één van hen zei: ‘We werken aan een vredesproject in onze klas’.

‘Vrede, vrede, vrede…het is een groot woord maar wat is dat eigenlijk? Het is overal ruzie en miserie’, zei de tweede.

‘Geen oorlog en zo… niet vechten en wij ook niet pesten’, zei het eerste meisje.

‘Ja, ze kunnen het ons maar best zo vroeg mogelijk uitleggen, die volwassenen, want zelf bakken ze er niet veel van’, sprak de derde, die blijkbaar de oudere soortgenoten niet hoog inschatte.

Ik maakte mezelf zoveel mogelijk onzichtbaar.

‘Ik vind dat er veel ruzie gemaakt wordt, en gestookt ’, zei de derde, ‘en het is in de hele wereld zo: overal stokebrand’.

‘Zo begint een oorlog, kijk bij ons op school wanneer we elkaar verwijten of belachelijk maken: dan zit het spel op de wagen en wordt er gevochten’, zei de tweede, ‘in de wereld is dat niet anders’.

‘We kunnen beter leren op een fatsoenlijke manier met elkaar te praten, dat is misschien al een begin’, opperde er één.   

‘Jullie brengen mij op een schitterend idee: ‘Fatsoenlijk met elkaar praten als aanloop naar vrede’: dat zal de titel worden van mijn presentatie voor het project.’

Een goed idee! beaamden de twee anderen, en zeker ook iets zeggen over dat facebook- en instagram pesten. En het twitteren bij de volwassenen! vulden ze nog aan. Intussen waren de boterhammen op en schakelden ze moeiteloos over op jonge meiden praat.

Ik bedacht dat het ondanks alle smeulende vuren in de wereld hoopvol was dat er zulke wereldwijze jongeren bestaan. Al zie ik soms ook wat anders in mijn straatje: aan het einde van een jaar zet ik echter mijn roze bril en probeer het goede beter te zien.

Bij deze, beste lezer, wens ik dat we vredig en voluit met elkaar van gedachten kunnen wisselen in deze kerstdagen, en straks in een vol nieuw jaar.

Mvg

Frauke J

Comment

Comment

Frauke J. Brief 10: 'De trein is altijd een beetje reizen' (3)


 Beste lezer,

 Onlangs moest ik met het openbaar vervoer naar een begrafenis in het kleine dorpje S.. Mits vroeg opstaan en goed plannen zou mij dit lukken.

Frauke_Trein-1.jpg


Het plannen was op zich al een tijdrovende bezigheid, want een reisplan maken met de computer is niet mijn sterkte. Bovendien was de begrafenis op een zaterdag en uitgerekend die dag waren er werken aan het spoor en zou de trein worden vervangen door een bus.  Volgens mijn digitale wijsneus nam ik de vervang bus naar  G. In G. was er een aansluiting met een bus  naar S. En vervolgens moest ik nog zoveel minuten lopen (te voet bedoel ik). Kunt u nog volgen?

Zo gezegd zo gedaan: ik vertrok, vroeg in de morgen, met mijn reisschema op zak.

Er was zowaar een vervangbus en ik vond hem nog ook, dat was een mooie start! Helaas reed deze bus niet op rails en na enige tijd kwamen we in een verkeersvertraging terecht. In G. repte ik mij om een vervoerbewijs te halen en ook dat lukte. Helaas was het een maat voor niets want de aansluitende bus naar S. was net weg. De volgende bus naar S. vertrok over ruim drie kwartier. Ik berekende dat ik, wandeltijd vanaf de halte naar de kerk meegerekend, pas na de plechtigheid ter plekke zou zijn. Er restte mij niets anders dan op mijn stappen terug te keren. In de bus heb ik de betreurde overledene verteld hoe ik, noodgedwongen, afscheid van haar nam op deze eigenste plek in een vervangbus. Een halve dagreis verder stond ik weer thuis.

Leve de trein mits je van A naar B reist, liefst niet tijdens het weekend, en je ruim de tijd hebt.

 Mvg,

 Frauke J.

 

Comment

Comment

Frauke J. Brief 9: ‘Andere en betere’

Beste Lezer,

 

Mijn brieven aan u over hoe we ons vandaag het best verplaatsen en de moeilijkheden daarbij wens ik even te onderbreken voor iets actueel.

‘Andere en betere’ bij deze slogan wil ik stilstaan. Ik zag deze en gelijkaardige slogans de voorbije weken veelvuldig en in alle kleuren verschijnen op verkiezingsaffiche in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen.

Het doet me nadenken want spontaan denk ik dan: wie zijn die ‘andere’ en waarom zijn ze ‘beter’?

Variaties op dat thema zijn: ‘tijd voor vernieuwing’, ‘tijd voor iets anders’, …

Je hoort deze kreten trouwens niet alleen in verkiezingstijd maar ook bij andere gelegenheden.

We gaan er spontaan van uit dat ‘het andere’ en ‘het nieuwe’ beter zal zijn zonder dat iemand daar ook maar enig bewijs voor moet leveren.

Op het werk verwachten we alle heil van andere bazen of de nieuwe collega, in de hoop dat deze ons uit het moeras van conflicten trekken. Hoevelen onder ons hebben niet gedacht of denken dat ‘een andere partner’ de sleur van het dagdagelijkse zal doorbreken? Ik heb nooit begrepen waarom een slecht presterende voetbalploeg hoe dan ook een andere trainer nodig heeft. In al deze gevallen zijn we al dikwijls van een kale reis thuis gekomen.

Maar daarop ingaan zou mij te ver leiden.

Laat ik het even houden bij de verkiezingsaffiche. Is de andere of het andere beter? Waarom en wie levert mij daarvan een stevig bewijs? Hebben we een uitvoerig curriculum gekregen van alle ‘anderen’ inclusief hun al geleverde verdiensten aan de samenleving?

Heeft iemand een serieuze balans opgemaakt van het voorgaande, het oude dus, waardoor we concluderen dat dit niet goed was? Hebben we daar zinvolle argumenten voor?

Je zegt toch ook niet dat je tweede kind beter is dan je eerste, gewoon omdat het een nieuw of een ander kind is.

Ik weet niet, lezer, wat jij ervan denkt, maar ik vermoed dat ‘andere en betere’ eerder een verzuchting dan een echte wens is. Wellicht speelt ze in op ons verlangen dat ‘het gras groener is aan de overkant’ of dat ‘nieuwe messen beter snijden’ ook al weten we dat die nieuwe messen straks ook oude messen zijn.

Of speelt deze slogan in op ons blijvend zoeken naar een redder in het aardse tranendal: iemand die zal opstaan en alles anders zal maken?

Wie zal het zeggen. Wat we wel weten is dat met ‘iemand die zal opstaan’ we in het verleden ook al behoorlijk  slechte ervaringen hebben opgedaan.

 

Mvg.

Frauke J.

 

Comment

Comment

Frauke J. Brief 1

Beste Lezer,

Op deze nieuwe schrijfplek zet ik mijn brieven aan u verder. Het is wellicht ongewoon mij hier, op de sociale media, te vinden. Eerder schreef ik brieven aan krantenredacties, plaatste mijn woonkamer in een tentoonstelling, mijn brieven plakte ik als muurkranten in de stad; er bestaan mooie foto’s van.

Ik blijf het belangrijk vinden mijn ‘stem’ te laten horen, een ‘iemand’ te zijn.

U hoeft niet zo een hartje aan te vinken onder mijn brief, hem lezen is mij genoeg.

Want ‘een stem hebben’ is meer dan spreken:

er komt geluid uit je keel

het zijn niet zomaar woorden

geen losse noch loze zinnen

je hebt een mening over dit en dat

je krabbelt en schrijft neer

je spreekt luidop, reciteert desnoods

je roept niet langer in de woestijn

 

misschien zijn er mensen die je horen

 

Mvg,

 

Frauke J.

 

Comment