“I love to rise in a summer morn

When the birds sing on every tree;

The distant huntsman winds his horn,

And the skylark sings with me.

Oh! what sweet company.

But to go to school in a summer morn,

Oh! it drives all joy away.

 (the schoolboy, W. Blake)

 

Dierbare Man die in de tuin werkt,

Het gedicht van William Blake roept een zekere zorgeloosheid op. In de septembermaand,  bij de aanvang van een nieuw schooljaar, vermoed ik dat sommigen het lastig hebben met deze roepende plicht. Vele jongens en meisjes luisteren nu wellicht liever naar het zingen van vogels in elke boom. Of hangen liever rond in uw tuin, ze niksen of schoffelen wat mee.

Maar laten we nog even terugkeren naar de vorige brief: wanneer de Goden zich langzaam terugtrekken en de velden, de bossen plaats maken voor beton.Wie zal het schaarser wordende groen bezielen?

Zijn het de ijverige handen van de tuinman die zich verbonden voelt met de natuur? Is het de toekijkende dichter die de natuur moet blijven bezingen? Of zijn de kinderen en jongeren de blijvende nieuwe bezielers van de natuur?

Ik gooi een hoop vragen in je weelderige tuin: misschien hark je ze samen en verwijs je ze naar de komposthoop. Wanneer ik jou gadesla dan zie ik een sjamaan in de aloude betekenis van het woord. Woordeloos bind je de ranken op, je strooit mest tussen de perken, plukt het fruit, de vogels kwetteren rondom je oren als de beste vrienden. Het is een praten met de natuur alsof mens, dier en plant mekaar werkelijk verstaan.

De dichter, de schilder: zij bezingen de natuur, zwaaien ze lof toe. Net als de activisten zijn ze zich bewust van de broodnodige ademruimte, het onmisbare groen.

Naast de tuinman is de  dichter ‘een poëtische sjamaan’ volgens Kenneth White en Ton Lemaire:’ het is nodig de natuur blijvend te bezingen, te beschrijven’.

Op het einde van zijn leven ondernam de Japanse dichter Basho een lange voettocht. Hij werd bedwelmd door de ongemakken en de schoonheden van de natuur en legde ze vast in haiku’s. ”Op een dorre tak is een kraai nog blijven zitten in de herfstavond” Niet enkel zien maar ook horen, ruiken… speelt in zijn haiku’s een rol, het gehele lichaam neemt de natuur waar.

 Misschien hebben tuinman en dichter elkaar werkelijk nodig en dartelt het kind zorgeloos verder in tuinen en weiden die op deze manier bezield worden.

 Hartelijk,

 Chantal Sap

 

Comment